Verslag paneldiscussie

In de paneldiscussie zijn stellingen aan panel én zaal voorgelegd over werkdruk en daaraan gerelateerde onderwerpen. Deelnemers aan de paneldiscussie vertegenwoordigden de volle breedte van het architectenvak: studenten, startende werkenden c.q. deelnemers aan de beroepservaringsperiode, senior architecten, leidinggevenden, architect-eigenaren, zzp’ers en last but not least rijksbouwmeester Francesco Veenstra. 

Resultaten voorgelegde stellingen met behulp van Mentimeter
Hieronder zie je de uitkomsten van de voorgelegde stellingen.
Helaas was het niet mogelijk om alle voorbereide stellingen tijdens de discussie te bespreken. Deze andere stellingen zullen we een volgende bijeenkomst of event voorleggen.

Het overgrote deel van de stemmers in de zaal was het hier mee eens. Van degenen in de zaal die het niet eens waren met deze stelling hoorden we bijvoorbeeld “Er is wel aandacht voor, alleen hebben we het het nog niet opgelost” (reactie van Joke Kwakernaak, ARCO architecten).


Bij deze stelling zagen we een minder afgetekend oordeel. Panellid Rob Wesselink geeft in deze context aan dat er veel getalenteerde mensen uit Zuid-Europa hier als “stagiair” komen werken. Vanuit de zaal gaf Madeleine Maaskant (Academie van Bouwkunst Amsterdam, LOBO) aan dat zij in de praktijk een groot verschil zien: enerzijds afgestudeerden die als stagiair werken of met een laag salaris, anderzijds werkgevers die hen wel goed betalen. Panellid Annette van Baren, senior architect en betrokken bij de PEP, ziet dat een vast contract jonge mensen helpt. Dat geeft hen veiligheid en helpt bij hun leerproces. Vanuit de zaal sluit Mariska (Pieters Bouwtechniek) daarop aan: een tijdelijk contract, dat is schijnveiligheid voor een werkgever.

 
Deze stelling wordt in grote mate beaamd. De twee aanwezige studenten in het panel geven aan dat de afstand vanuit de TU tot de werkpraktijk groot is. Er is aan de TU geen aandacht voor de cao, opdrachten zijn utopisch en ver van de werkelijkheid (budget speelt bijvoorbeeld geen rol bij opdrachten). Je zou meer moeten weten over de cao of hoe reken je een uurtarief. 

Weer een grote meerderheid is het eens met deze stelling. Rijksbouwmeester Francesco Veenstra ziet dit als een onderdeel van duurzaam opdrachtgeverschap, maatschappelijk verantwoord ondernemen en het goede doen. Je zou willen dat je de mensen die je selecteert om mee samen te werken, of dat nou langdurig is of kortstondig, het goede doen voor de mensen met wie ze samenwerken. Dat is nog niet vanzelfsprekend. Specifiek zoomt hij in op de positie van de zzp’er. In de periode dat Francesco Veenstra voorzitter bij de BNA was, maakte hij mee dat bij de invoering van een minimum tarief voor zzp’ers een aantal bureaus hun lidmaatschap opzegden. Er zijn dus in Nederland bureaus die zo misbruik maken van het concept zzp én er zijn architecten die op die manier willen bijdragen en onderbetaald hun werk willen uitvoeren. Hij ziet dit als een grote klus om dit uit onze sector te masseren. 

De mening over deze stelling is dat in meerderheid men niet vindt dat de uren afdwingbaar moeten zijn. Vanuit de zaal reageerde ook de directeur van het architectenregister, Jorrit Rosema. Hij geeft aan dat dit onderdeel wat betreft kunnen afdwingen een ondergeschoven kindje is in de Wet op de architectentitel. De verantwoordelijkheid voor het jaarlijks volgen van minimaal 16 uur aan bij- en nascholing ligt bij de ingeschrevene zelf. Er komt de komende jaren een evaluatie van de wet waarin bij- en nascholing ook wordt meegenomen. 

Ook met deze stelling is de meerderheid van de zaal het oneens, geen verplichting. 



Lees ook het verslag dat Architectenweb schreef over de paneldiscussie: Paneldiscussie: oplossing werkdruk ligt bij opdrachtgevers én architecten.