Cao partijen hebben een onderhandelingsresultaat voor de cao bereikt. Ze zijn onder meer een salarisverhoging van 3,5% per 1 april 2025 en per 1 januari 2026 overeengekomen. Cao partijen leggen het volledige onderhandelingsresultaat eerst aan hun leden voor en, indien de leden akkoord zijn, zal er een nieuwe cao van kracht zijn vanaf 1 januari 2025 tot 1 juli 2026.
Het is cruciaal dat zowel werkgevers als werknemers hun verantwoordelijkheden tijdens een ziekteperiode serieus nemen.
- Voor werkgevers geldt dat als zij niet voldoen aan hun wettelijke verplichtingen, zoals het tijdig opstellen van een Plan van Aanpak of de juiste begeleiding bieden, zij verplicht kunnen worden het loon van de werknemer langer dan 2 jaar door te betalen.
- Voor werknemers is het belangrijk actief mee te werken aan hun re-integratie, omdat een gebrek aan medewerking kan leiden tot sancties, zoals het tijdelijk stopzetten of verminderen van hun salaris. Dit onderstreept het belang van samenwerking en naleving van afspraken tijdens het verzuimtraject.
Deze verzuimtijdlijn biedt stap voor stap duidelijke richtlijnen voor zowel werkgevers als werknemers.
Dag 1: Ziekmelding
- Wat te doen?
Zorg ervoor dat je je ziekmelding zo snel mogelijk doorgeeft aan je werkgever, bij voorkeur telefonisch en liefst geeft je het binnen 24 uur door. De werkgever registreert de ziekmelding. Dat kan via zijn eigen verzuimmeldsysteem of het verzuimsysteem van de Arbodienst of verzekeraar.
- Belang voor werknemers:
Zorg voor een heldere communicatie over de aard van de ziekte, zonder verplicht details te delen over de medische situatie.
- Belang voor werkgevers:
Start direct met het opbouwen van een verzuimdossier en maak afspraken over contactmomenten.
Dag 1-8: Eerste contact en melding aan arbodienst
- Wat te doen?
Werkgever informeert de arbodienst of bedrijfsarts over de ziekmelding. In deze periode worden de eerste afspraken gemaakt over de begeleiding van de werknemer.
- Belang voor werkgevers:
Zorg ervoor dat de ziekmelding binnen 7 dagen is geregistreerd bij de arbodienst. Dit is een wettelijke verplichting. Ook is het belangrijk dat de arbodienst de juiste contactgegevens hebben van je werknemer.
- Belang voor werknemers:
Wees beschikbaar voor een gesprek met de bedrijfsarts om je situatie en eventuele werkmogelijkheden te bespreken.
- Ziek uit dienst:
Als een werknemer met een tijdelijk dienstverband ziek is en het dienstverband eindigt tijdens de ziekteperiode, is het belangrijk om de Arbodienst/verzekeraar tijdig te informeren. Wanneer de werknemer ziek uit dienst gaat, moet de werkgever enkele zaken regelen, zoals het melden van de ziekte bij het UWV op de laatste werkdag. In sommige situaties is de werkgever ook verplicht een re-integratieverslag op te stellen.
Week 6: Probleemanalyse
- Wat te doen?
De bedrijfsarts stelt een probleemanalyse op waarin de situatie van de werknemer wordt beoordeeld en re-integratiemogelijkheden worden besproken. De probleemanalyse vormt de basis voor het Plan van aanpak dat de werkgever en de werknemer gezamenlijk opstellen.
- Belang voor werknemers:
Deel zoveel mogelijk informatie over je situatie met de bedrijfsarts. Dit helpt bij het formuleren van een realistisch herstelplan.
- Belang voor werkgevers:
Gebruik de probleemanalyse als basis voor verdere stappen in het re-integratietraject.
Week 8: Plan van Aanpak
- Wat te doen?
Werkgever en werknemer stellen samen met de bedrijfsarts een Plan van Aanpak op. Hierin worden concrete afspraken gemaakt over de re-integratie.
- Belang voor werknemers:
Zorg ervoor dat het plan realistisch is en aansluit bij jouw herstelproces.
- Belang voor werkgevers:
Documenteer het plan zorgvuldig, omdat dit later door het UWV wordt beoordeeld.
- Download:
Plan van Aanpak Template
Week 42: WIA-melding
- Wat te doen?
Als het verzuim langer dan 42 weken duurt, moet de werkgever dit melden bij het UWV. In sommige gevallen doet de arbodienst de melding voor de werkgever. Dit heet de 42e-weeksmelding.
- Belang voor werkgevers:
Zorg dat deze melding tijdig gebeurt om sancties te voorkomen.
- Tip:
Gebruik een herinneringssystematiek om deze datum niet te missen.
Week 52: (Eerstejaars)evaluatie
- Wat te doen?
Na een jaar dient de werkgever een schriftelijk overzicht op te stellen van de re-integratieactiviteiten. Dit heet de Eerstejaarsevaluatie.
- Belang voor werkgevers:
Deze informatie wordt later beoordeeld door het UWV. Zorg dat alle inspanningen goed zijn vastgelegd.
- Belang voor werknemers:
Je ontvangt een kopie van de (eerstejaars)evaluatie, die belangrijk is voor de aanvraag van de WIA na twee jaar verzuim.
- Download:
Eerstejaarsevaluatie
Week 88: WIA-aanvraag voorbereiden
- Wat te doen?
Werknemer krijgt een brief van UWV. Daarin staat hoe die de WIA-uitkering aanvraagt. Werkgever krijgt een kopie van deze brief.
Werkgever en werknemer bespreken de voortgang en bereiden de WIA-aanvraag voor.
- Belang voor werkgevers:
Toon aan dat je je re-integratieverplichtingen bent nagekomen. Dit voorkomt mogelijke boetes of loonsancties van het UWV.
Week 91: Eindevaluatie
- Wat gebeurt?
Werkgever en werknemer stellen samen de eindevaluatie op om de voortgang en resultaten van de re-integratie te beoordelen. Hierbij wordt gebruikgemaakt van het actueel oordeel van de bedrijfsarts of arbodienst. Als de werknemer uit dienst is en meer dan 10 weken ziek was, moet de werkgever de eindevaluatie alsnog invullen.
- Download:
Eindevaluatie
Week 93: Uiterste datum aanvraag WIA-uitkering
- Wat te doen?
Uiterlijk in week 93 moet de werknemer de WIA-aanvraag officieel indienen bij het UWV.
- Belang voor werknemers:
Dit voorkomt het verlies van uitkeringsrechten.
- Belang voor werkgevers:
Werk samen met de werknemer om deze aanvraag soepel te laten verlopen.
Week 104:
De werkgever betaalt maximaal 2 jaar (104 weken) het loon mits de werkgever aan zijn verplichtingen voldoet.
Als de werknemer een Ziektewet-uitkering heeft, dan stopt de uitkering na 2 jaar (104 weken).
SFA is op zoek naar beeldmateriaal van architecten die aan het werk zijn, op een ergonomisch verantwoorde manier, bv met hoge tafels statafels. Ook foto’s die studie/leren/overleggen/gespreksvoering weergeven. We willen deze foto’s gebruiken voor onze website, nieuwsbrief, LinkedIn en toekomende The Human Factor magazine.
We ontvangen graag het beeldmateriaal, liefst in hoge en lage resolutie (onder 1mb per foto) via de mail info@sfa-architecten.nl of via wetransfer.com.
Er is veel te doen rondom schijnzelfstandigheid. Zelfstandigen en opdrachtgevers worden vanaf 1 januari strenger gecontroleerd. Daarnaast is er een wetsvoorstel ingediend om schijnzelfstandigheid tegen te gaan.
Wat betekent dat voor jou als zelfstandige architect? En voor het bureau dat jou inhuurt?
De overheid heeft inderdaad een aantal maatregelen ingevoerd om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Dit heeft gevolgen voor zowel zelfstandige architecten als voor de bureaus die hen inhuren. Er zijn twee belangrijke wijzigingen:
1. Strenger Handhaven van de Wet DBA
De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) blijft de basis voor het beoordelen van arbeidsrelaties. Deze wet, die sinds 2016 van kracht is, beoogt het tegengaan van schijnzelfstandigheid door vast te stellen wanneer er sprake is van een dienstverband in plaats van zelfstandigheid. Tot nu toe was er een handhavingsmoratorium, wat betekende dat de Belastingdienst terughoudend was in het controleren en bestraffen van schijnzelfstandigheid.
Vanaf 1 januari 2025 wordt dit handhavingsbeleid aangescherpt: de Belastingdienst gaat strenger handhaven en is van plan om eerder in te grijpen als er sprake lijkt te zijn van een verkapt dienstverband. Dit betekent dat zowel zelfstandigen als opdrachtgevers beter moeten opletten of hun werkrelatie voldoet aan de criteria van echte zelfstandigheid. Voor zelfstandige architecten betekent dit dat je je positie duidelijk moet kunnen maken: werk je écht zelfstandig of zijn er tekenen van een arbeidsovereenkomst, zoals instructies over hoe je je werk moet doen of vaste werktijden?
2. Wetsvoorstel Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties (VBAR)
Naast de strengere handhaving van de bestaande wetgeving is er een nieuw wetsvoorstel ingediend, genaamd het Wetsvoorstel Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties (VBAR). Dit voorstel is bedoeld om meer duidelijkheid te bieden over de vraag wanneer iemand als zelfstandige werkt en wanneer er sprake is van een dienstverband. Het gaat om wijzigingen in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en richt zich specifiek op:
• Rechtsvermoeden op basis van uurtarief. Het wetsvoorstel introduceert een drempel van €33 per uur. Wanneer iemand werkt voor een tarief onder deze grens, wordt er verondersteld dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst, tenzij bewezen kan worden dat er wel sprake is van zelfstandigheid. Het is dus niet zo dat bij een uurtarief boven 33 euro per definitie een rechtsvermoeden van zelfstandigheid geldt. Dit tarief biedt slechts een eerste indicatie voor een rechtsvermoeden.
• Verduidelijking van het gezagscriterium
Het wetvoorstel specificeert wat precies onder “gezag” valt in een arbeidsrelatie. Belangrijke factoren zijn de mate van inhoudelijke en organisatorische sturing door de opdrachtgever. Als een zzp’er in grote mate afhankelijk is van de opdrachtgever en niet voor eigen rekening en risico werkt, wordt dit sneller gezien als een dienstverband.
Het VBAR is nog een wetsvoorstel en is op dit moment niet van kracht. Het voorstel wordt beoordeeld door de Raad van State en zal daarna verder besproken worden in het parlement. De beoogde datum voor inwerkingtreding is 1 januari 2026, mits goedkeuring.
Wat betekent dit voor zelfstandige architecten en opdrachtgevers?
-
Voor Zzp’ers: ondernemerschap behouden
Zzp’ers hoeven zich geen zorgen te maken als zij echt zelfstandig werken. Als je meerdere opdrachtgevers hebt, zelf je tarieven bepaalt en vrij bent in de uitvoering van je werk, blijf je waarschijnlijk binnen de regels van zelfstandigheid. Zorg ervoor dat je je contracten en administratie goed op orde hebt en dat je duidelijk aantoont dat je op eigen risico werkt. De Belastingdienst kijkt naar hoe de werkrelatie in de praktijk wordt uitgevoerd, niet alleen naar wat er formeel is vastgelegd. Blijf dus consistent in je manier van werken en zorg ervoor dat je vrijheid en onafhankelijkheid duidelijk zichtbaar zijn in je dagelijkse praktijk.
Belangrijke tips om je zelfstandigheid te tonen:
– Inschrijving bij de Kamer van Koophandel (KvK): zorg dat je duidelijk als zelfstandig ondernemer geregistreerd staat
– Eigen website of portfolio: laat via een professionele website of portfolio zien welke diensten je aanbiedt en voor wie je hebt gewerkt
– Meerdere opdrachtgevers: voorkom langdurige afhankelijkheid van één opdrachtgever door voor meerdere klanten te werken
– Zelf bepalen hoe je werkt: bewijs dat je vrij bent in het uitvoeren van je werk en gebruik bijvoorbeeld je eigen materialen of tools
– Zakelijke verzekeringen: denk aan een aansprakelijkheidsverzekering of andere bedrijfsverzekeringen die bij je werk passen
Bron: Belastingdienst
-
Voor opdrachtgevers: wees alert op nieuwe controles
De VBAR biedt criteria waarmee je kunt controleren of je samenwerkingen als zelfstandig ondernemerschap gekwalificeerd blijven. Het is van cruciaal belang dat werkrelaties met zzp’ers niet alleen op papier, maar ook in de praktijk voldoen aan de eisen voor zelfstandig ondernemerschap. De Belastingdienst kijkt streng naar de feitelijke uitvoering: zijn er duidelijke signalen van onafhankelijkheid en geen gezagsverhouding? Dit betekent dat opdrachtgevers en zzp’ers zorgvuldig moeten omgaan met hoe het werk wordt ingericht en uitgevoerd.
Een belangrijke leidraad hierbij is het Deliveroo-arrest, een uitspraak van de Hoge Raad die helpt te beoordelen of iemand als zelfstandige of als werknemer werkt. In dit arrest zijn negen criteria vastgesteld waarmee de feitelijke aard van de arbeidsrelatie kan worden beoordeeld.
Bron: Belastingdienst
Door te zorgen dat je aan de criteria voldoet en goed geïnformeerd blijft over de wijzigingen in wet- en regelgeving, kun je zowel zzp als opdrachtgever gerust zijn dat je voldoet aan de wet.
Hieronder ziet je wat als er sprake is van schijnzelfstandigheid en wat schijnzelfstandigheid betekent voor je?:
Bron: Belastingdienst
Meer informatie over het wetsvoorstel is te vinden via de Rijksoverheid en andere betrouwbare bronnen zoals Zipconomy.