Artikel 29
Werknemers die behoefte hebben aan taakverlichting kunnen vanaf 10 jaar voor hun pensioengerechtigde leeftijd de volgende keuze maken:
- Korter werken.
De arbeidsduur kan dan vrijwillig worden teruggebracht naar – niet minder dan – 32 uur per week. De afdracht van de pensioenpremie wordt ongewijzigd voortgezet op basis van de oorspronkelijke arbeidsduur. Dat geldt ook voor de oorspronkelijke verdeling van de premielasten over werkgever en werknemer. Daardoor heeft korter werken geen gevolgen voor de pensioenopbouw. - Eén functieniveau lager gaan werken binnen dezelfde functiefamilie met behoud van salaris.